Maak werkboek blz. 16 t/m 18
16: kijk, luister, waar hoor je de b, zet een kruisje
De woorden zijn bot, pan, bij, dak, bus, boom, pet, boer, bal, deuk, peer, beer
17: kijk, waar zie je de b, zet een rondje (dus ook bij de woorden en zinnen op deze pagina)
Welke zin hoort er bij het plaatje, zet een cirkel om de pijl.
18: kijk, lees en zet een kruisje bij het juiste woord