Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn.
Gebruik hierbij het stappenplan spelling.
Woorden:
de olifant pakt de boterham met zijn slurf. Slurf
vandaag doe ik een strik in mijn haar. Strik
de priaat vindt een schat. Schat
zeur niet om een ijsje, je hebt er net een gekregen. Zeur
opa zet zijn leesbril op. Leesbril
het jong van een leeuw heet welp. Jong
de kapitein hijst de vlag. Hijst
mijn tante woont in een woonboot. Woonboot
draai de dop goed dicht. Draai
mark krijgt een fiets voor zijn verjaardag Fiets