Maak werkboek blz. 1 t/m 3
1: kijk, luister, waar hoor je de w, zet een kruisje
De woorden zijn jas, wip, was, wiel, voet, wol, weg, juf, vier, wijn, wieg
2: kijk, waar zie je de w, zet een rondje (dus ook bij de woorden en zinnen op deze pagina)
3: kijk, lees en trek een lijn naar het juiste plaatje