Basisschool Wonderwijs groepen 1/2/3
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Lees veilig en vlot bladzijde 2 en 3 in voor-koor-alleen. 

Maak werkboek blz. 1 t/m 2

 

 

2: tien,  zeil, sein, kies, geit, riem, wiel, kei

 

 

(Advertentie)

Veilig gespeld blz. 1 t/m 4

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

Gebruik hierbij het stappenplan spelling. 

 

Letters:

uu-b-eij/ij-au/ou-ui

 

Woorden:

 

het wiel van mijn fiets is krom.             wiel

ik buk om mijn potlood op te rapen.      buk

in mei gaan we op schoolreisje.            mei

wat gaan we vandaag doen?                doen

ik heb vijf knikkers gewonnen.              vijf

ik leun tegen de muur.                         leun

de leeuw eet het vlees rauw.                 rauw

ik zuig alle kruimels met de stofzuiger op.  zuig

 

 

(Advertentie)

Stappenplan spelling:

1. Luister naar het woord.

2. Zeg het woord na.

3. Hak het woord in stukjes (klanken). 

4. Schrijf het woord op. 

5. Lees het woord (zo kun je zelf controleren wat je hebt geschreven).

6. Kijk samen op de Yurls na of de letters/ woorden/ zinnen kloppen. 

Lees veilig en vlot bladzijde 4 t/m 5 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 3 en 4.

 

3: poot, pen, boot, doek, boek, duur

    onderste woorden:

    deuk, vuur, buik, zuur, heup, duik

 

4: vul in hij of zij

Veilig gespeld blz. 1 t/m 4

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

(Advertentie)

Lees veilig en vlot bladzijde 6 en 7 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 5 en 6.

 

5: hak het woord. bijvoorbeeld: zout+pot. Zoek erna het plaatje wat er bij hoort.

6: de woorden zijn: vier, ei, mier, ziek, wei, geit, wiek, zeil

 

 

 

Veilig gespeld blz. 5 t/m 8

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling.

Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

Gebruik hierbij het stappenplan spelling. 

 

 

Woorden: vertel het kind dat het één lang woord is en dat alle letters achter elkaar geschreven worden.

 

Op het dak is één dakpan stuk.                  dakpan

mijn buurman heet Stijn.                           buurman

ik lees een spannend leesboek.                   leesboek

oma heeft last van rugpijn.                         rugpijn

op zondag eten we broodjes bij het ontbijt.   zondag

 

Letters:

g-eu-f-u-au-ou

 

Woorden:

 

jij bent lief.                                        lief

hind schaatst hard over de ijsbaan       ijsbaan

dit spel is erg duur.                             duur

heb ik vraag 4 goed of fout?               fout

bram heeft 1 euro in zijn jaszak.          jaszak

fleur is niet meer boos.                       boos 

met zeep en water maak ik zeepsop.    zeepsop

de uil jaagt 's nachts op muizen.          uil

 

 

 

Lees veilig en vlot bladzijde 8 en 9 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 7 en 8

 

 

7: visnet, zakmes, duikboot, telraam, waslijn, ijsbaan

8: vul in 1,2 en 3. 

 

 

Veilig gespeld blz. 5 t/m 8

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling.

Lees veilig en vlot bladzijde 10 en 11 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 9 en 10

 

10: hut, buur, zout, hout, muur, put

Veilig gespeld blz. 9 t/m 12

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling.

Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

Gebruik hierbij het stappenplan spelling. 

 

Letters:

ie/ei/ij-l-d-uu

 

Bij de ei/ij vertelt u dat uw kind alle twee de letters moet opschrijven. 

 

Woorden:

 de draad gaat door het oog van de naald.    oog

het tuinhek staat open.                                 tuinhek

kom jij ook op mijn feest?                            feest

ik snuit mijn neus.                                        neus

mam blaast de kaars uit.                               kaars

iik voel me niet zo lekker.                              voel

ik doe een warme muts op mijn hoofd.           muts

onze buurman is op reis.                               buurman

 

 

Lees veilig en vlot bladzijde 12 en 13 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 11 en 12

 

11: gesp rijmt op wesp. kaars rijmt op laars. dans rijmt op gans. vest rijmt op nest. 

Veilig gespeld blz. 9 t/m 12

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling.

Lees veilig en vlot bladzijde 14 en 15 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 13 en 14

 

 

14: fiets, nest, rits, muts, vest, koets, vuist en kist. 

Veilig gespeld blz. 13 t/m 16

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

Gebruik hierbij het stappenplan spelling. 

 

Letters:

b-f-eu-ui-ei-ij

 

Woorden:

 

 een zwaan heeft een slanke hals.    hals

vandaag ben jij jarig.                      jij

ik koop een nieuwe broek.               broek

ik doe de wortel in de dipsaus.        dipsaus

mijn handen zijn vies.                      vies

ik maak mijn naam van klei.            klei

de kapper knipt mijn haar kort.         kort

ben jij wel eens stout geweest?         stout

 

Lees veilig en vlot bladzijde 16 en 17 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 15 en 16

 

 

15: twee, brug, pruik, snoep, fluit, knie, bloem en zwaan.

 

 

 

Veilig gespeld blz. 13 t/m 16

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling.

Lees veilig en vlot bladzijde 18 en 19 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 17 en 18

 

 

18: kwal, bril, knoop, stuur, graat, drie, klok, slot 

Veilig gespeld blz. 17 t/m 20

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

Gebruik hierbij het stappenplan spelling. 

 

Letters:

g-ie-d-au-ou-uu

 

Bij de au/ou vertelt u dat uw kind alle twee de letters moet opschrijven. 

 

Nieuw woordtype: sch

Laat uw kind de volgende woorden opschrijven:

Schaap

Schaar

Schip

Schol

Schiet

 

Woorden:

 

de zwaan zwemt in de vijver.                zwaan

welke schat ligt er in de schatkist?         schat

juf Miriam leest een mooi verhaal voor.   juf

ik zaag de plank met een houtzaag.         houtzaag

ik doe de deur op slot.                            slot

deze appel heeft een rode schil.               schil

wanneer ben ik aan de beurt?                  beurt

een flinke bui maakte ons nat.                 bui

 

 

Lees veilig en vlot bladzijde 20 en 21 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 19 en 20

 

 

 

 

 

Veilig gespeld blz. 17 t/m 20

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

(Advertentie)
(Advertentie)

Lees veilig en vlot bladzijde 22 en 23 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 21 t/m 22

 

22: duik, jeuk, deuk, fout, buil en hout

 

Veilig gespeld blz. 21 t/m 24

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

Gebruik hierbij het stappenplan spelling. 

 

Instructie nieuw woordtype schrijven: ng

Laat het kind de dikgedrukte woorden opschrijven. 

vang jij de bal?

ik sla op de gong.

ik zing in koor.

ik vind de film eng.

 

Letters:

v-ui-eu-f-u

 

Woorden:

 

de eerste groep start met de speurtocht.  groep

ik meng het zand met water.                   meng

murat gaat op zijn fiets naar school.         school

paul kan hard rennen.                            paul

ik hang ondersteboven aan de rekstok.     hang

mijn zus heeft last van keelpijn.               keelpijn

oma breit een mooi vest voor mij.            vest

heeft de politie de dief opgepakt?            dief

 

 

Lees veilig en vlot bladzijde 24 en 25 in voor-koor-alleen. 

 

 

Maak bladzijde 23 en 24

 

23: zin, zing, tong, ton

 

 

 

 

Veilig gespeld blz. 21 t/m 24

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

Lees veilig en vlot bladzijde 26 en 27 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 25 en 25

 

 

25: zoek de juiste naam bij de beginletter.

26: wang, schaap, gang, schuur, schil, slang, ring, schoen 

Veilig gespeld blz. 25 t/m 28

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

Gebruik hierbij het stappenplan spelling. 

 

 

Woorden:

 

de kermis staat op het plein.         plein

de puppy is nog erg jong.             jong

ik vouw het blaadje schuin.           schuin

woont Stefan bij jou in de buurt?    buurt

 

 

Lees veilig en vlot bladzijde 28 t/m 29 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 27 en 28

 

28: schaar, wang, schaal, zing, schat, kring, long, schuim

 

 

 

 

Veilig gespeld blz. 25 t/m 28

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling

Lees veilig en vlot bladzijde 30 en 31 in voor-koor-alleen. 

Maak bladzijde 29 en 30

 

 

30: drie, brug, doek, doos, boos, broek, draak, boek. 

Veilig gespeld blz. 29 en 30

Ouder noemt de zin en het blauwgedrukte woord. 

Kind schrijft het blauwgedrukte woord op in het groene schriftje op de blauwe lijn. 

 

Leesboekje helemaal.

Blauwe tekst is voor ouder (of voor de kinderen als ze dit al kunnen lezen), zwarte tekst voor het kind. 

 

Zie stappenplan spelling