Ouder noemt de letter, woord of zin en kind schrijft dit op in het groene schriftje op de blauwe lijn.
Gebruik hierbij het stappenplan spelling.
Woorden: vertel het kind dat het één lang woord is en dat alle letters achter elkaar geschreven worden.
Op het dak is één dakpan stuk. dakpan
mijn buurman heet Stijn. buurman
ik lees een spannend leesboek. leesboek
oma heeft last van rugpijn. rugpijn
op zondag eten we broodjes bij het ontbijt. zondag
Letters:
g-eu-f-u-au-ou
Woorden:
jij bent lief. lief
hind schaatst hard over de ijsbaan ijsbaan
dit spel is erg duur. duur
heb ik vraag 4 goed of fout? fout
bram heeft 1 euro in zijn jaszak. jaszak
fleur is niet meer boos. boos
met zeep en water maak ik zeepsop. zeepsop
de uil jaagt 's nachts op muizen. uil